Allah In The Church

    Jan A.B. Jongeneel, the notable Utrecht theologian and missiologist, regards Muslims praying aloud in Protestant churches as a vexing and confusing arrangement, which deconstructs rather than reinforces the embodied practices of syncretism and toleration. {(continued below in Dutch)} De Utrechtse hoogleraar missiologie Jongeneel noemt het in het tijdschrift Kerk en Theologie kwetsend en verwarrend wanneer tijdens een kerkdienst moslims een gebed tot Allah opzenden. Dat is een vorm van syncretisme die zich niet verdraagt met de proclamatie van Christus als de enige Weg tot de zaligheid. Voor orthodoxe protestanten is de stelling van de zendingswetenschapper niet meer dan het intrappen van een open deur. Maar sommige open deuren kunnen niet vaak genoeg ingetrapt worden. Zeker als te constateren valt dat er continu pogingen worden gedaan het gat te dichten. Mede onder invloed van de toestroom van moslims naar West-Europa en als gevolg van de aanhoudende dreiging van moslimterrorisme doen overheden en maatschappelijke organisaties en kerken voortdurend pogingen om het gesprek met aanhangers van de islam op gang te krijgen en gaande te houden. Bekend uitgangspunt daarbij is dat er meer is dat bindt dan dat scheidt. Dat blijkt inderdaad vaak een doeltreffend middel om de gespannen verhoudingen te normaliseren. Punt is wel of het kwantitatieve meer ook kwalitatief het meeste is. Veel moslims zoeken net als veel niet-moslims naar een manier om vreedzaam met andere burgers te leven. Orthodoxe islamieten wijzen een samenleving waar alles kan en mag af. Dat op zich delen ze met veel orthodoxe christenen, al is de invulling van bepaalde regels soms gans anders. Maar daarmee is de gapende kloof tussen christendom en islam zeker niet gedicht. Die blijft even wijd. De God van het christendom heeft niets van doen met de god van de islam. Moslims aanvaarden niet dat Jezus Christus de Zoon van God is en dat Hij de enige Weg tot zaligheid is. Dat is een peilloos diep verschil van opvatting. Voorstanders van de dialoog tussen moslims en christenen beklemtonen nogal eens dat moslims veel waarde hechten aan het Oude Testament en erkennen dat Jezus een groot profeet was. Dat moge zo zijn. Dat is wellicht ook een startpunt voor een evangelisatiegesprek. Maar het mag geen reden zijn voor een discussie op basis van gelijkwaardigheid om al pratend bij het midden uit te komen. Want dat midden heeft geen grond; daar gaapt de kloof. Ooit begon de oecumenische beweging als een streven dat de eenheid onder christenen wilde bereiken. Daar waren al grote vragen bij te stellen. Maar met alle dogmatische diversiteit hadden de deelnemers nog wel gemeen dat ze Christus als Heere erkenden. De moderne oecumene gaat veel verder. Daar is de persoon van Christus niet langer uniek. Jongeneel wijst terecht het gebed van een moslim in een kerkdienst af. Op de plaats waar de Naam van Christus wordt verkondigd, is geen ruimte voor het aanroepen van de naam van hen die geen god zijn. Zij die een dergelijk gebed toestaan, plegen verraad aan die ene Weg tot zaligheid. Dat fundamentele verschil is het meest wezenlijke dat moslims en christenen scheidt. Verschillen van opvatting over het al dan niet gebruiken van geweld, culturele verschillen, zij zijn ondergeschikt aan het antwoord op die ene vraag: Wie is Christus voor u?

    Share Button

    Sources